Wandelend in de Zwitserse bergen, stelde ik me de vraag: hoe begrijpt de hedendaagse mens de natuur? De natuur – wat is dat?
Berekening
De natuur is de grondstof voor alles wat de mens maakt: van baksteen tot soeplepel, van beton tot smartphone. Voor dit maken gebruikt hij het energie uit natuurlijke brandstoffen, van bruinkool tot zonne-energie. De natuur is een middel voor de mens: de natuur als enorme grondstoffen- en energiemijn. De mens bekijkt de natuur als voorwerp op haar mogelijkheden tot exploitatie. Hij berekent de kosten en de verwachte opbrengsten, rekeninghoudend met de bekende risico’s. In de menselijke berekening staat de natuur niet op zichzelf, maar gaat zij op in het beoogde doel. De natuur omgeeft de mens als berekenbaar systeem van risico’s en winstkansen voor de mens. De mens rekent zich tot de natuur als deel van dit regelsysteem, dat wil zeggen als organisme, weliswaar sturend maar net als de andere organismes rekenend naar het eigen overleven en voortplanten.
Beleving
Daarnaast recreëert de mens in de natuur. De zondagse fietstocht op de Veluwe, de trektocht door de bergen. ‘Recreatie’ betekent herscheppen. In de natuur hoopt de mens zichzelf te herscheppen, dat wil zeggen: zich te ontspannen, weer te doen opleven. De mens leeft op als hij de natuur beleeft. Hij rekent niet met de natuur als productiemiddel, maar beleeft de indrukken met volle teugen.
Hoe deze natuurbeleving te duiden? Enerzijds laat de recreërende mens de natuur niet met rust, maar gebruikt hij de natuur om zich ‘op te laden’ voor een nieuwe productieve werkweek. De natuurbeleving is een exploitatie van de natuur op ontspanning. De natuur moet jou ontspannen. Anderzijds is de ontspannende beleving een gift van het geheel van de natuur. De beleving berust niet in de berekening van de ene boom op zijn ontspanningsmaximalisatie, maar in de onbestemde stemming die het zijn in de natuur opwekt. In de berekening wordt een deel van de natuur als afzonderlijke grondstof voorgesteld en op zijn kosten en baten berekend, terwijl de natuur als een geheel de beleving opwekt. De beleving is dus niet alleen een handeling van de mens en de natuur is niet slechts voorwerp en middel. Je verwacht niet dat een plant voor iemands gezicht houden een ontspannende beleving opwekt.
Zwijgen
De vraag is daarom: wat wekt de natuur? Goethe dichtte Ein Gleiches:
Über allen Gipfeln
Ist Ruh,
In allen Wipfeln
Spürest du
Kaum einen Hauch;
Die Vögelein schweigen im Walde.
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
De eerste twee regels vatten het gedicht al samen: boven alle toppen is rust. De wandelaar in het bos wordt zich gewaar van de rust boven de bergtoppen, de stilte in de boomtoppen, het zwijgen van de vogels en denkt aan de rust die hem wacht aan het einde van de vermoeiende dag en uiteraard ook aan het einde van het leven. De natuur wekte bij ‘het lyrische subject’, bij Goethe, een rust. Hij beleefde een stilte. Hij verbindt in het gedicht deze beleving met de metafysische voorstelling van de rust na de dood. Metafysisch, want om te rusten moet je op een of andere wijze nog er zijn en dus voortleven na de dood.
In het kunstmuseum in het Zwitserse Sion hangt een schilderij van Leo Andenmatten, Großes Schweigen1. Het is zogenaamd abstract schilderij, met vage vlakken van verschillende tinten wit. In het museum huist lokale kunst uit het kanton Valais (Wallis). De oudere werken zijn vooral berglandschappen of taferelen met deze landschappen als achtergrond. Je bent daarom geneigd dit werk van Andenmatten voor een besneeuwd berglandschap aan te zien. Hoewel het ook een bewolkte hemel zou kunnen zijn, en het hoeft überhaupt niets voor te stellen. Het aanschouwen van dit werk wekt bij de toeschouwer een zwijgen op. In de eerste plaats, zoals vaak bij moderne kunst, zwijgzaamheid in de zin dat je er niets van kunt zeggen: je weet niet wat het voorstelt, wat de kunstenaar in godsnaam bedoelt, enzovoort. Wellicht moeten we dit trouwens als positieve eigenschap van moderne kunst nemen. In de tweede plaats een innerlijke rust en zwijgzaamheid, afgestemd op het zwijgende wit van het tableau, zoals het de rust van een besneeuwd berglandschap opwekt. Een vergelijkbare ervaring van rust als de rust van de natuur die Goethe in zijn gedicht oproept, maar dan zonder verdere metafysische voorstellingen.
De natuur wekt een rust op. De natuur zwijgt. De mens die het zwijgen van de natuur hoort, berekent de natuur niet op haar baten, maar hij berekent de natuur ook niet (meer) op de ontspannende belevenis. De natuur hoeft je niets meer te zeggen in de vorm van een aangename beleving. Je laat de natuur met rust en de natuur wekt een rust bij jou op. De natuur omgeeft je met een zwijgen. In een heideggeriaanse redenering kunnen we vermoedelijk zeggen dat de zwijgzaamheid van de natuur bovendien het spreken van de natuur als berekening of als beleving pas mogelijk maakt. Het zwijgen van de natuur is in dat geval het oor-spronkelijke we-zen van de natuur. In het horen van dit zwijgen exploiteer je de natuur niet, maar behoor je aan de natuur toe.
1. Leo Andenmatten, Großes Schweigen is op deze video te zien, vanaf 1:07.